Afstamming

Afstamming is de juridische band tussen twee personen, waarbij het ene kind is van de andere, en de andere ouder van de eerste. Een afstamming is zowel mogelijk langs moederszijde als langs vaderszijde.

Stel: de vader van een kind gaat een geslachtsverandering aan. Hierdoor bekomt hij een vrouw. De man blijft alsnog bekend als de vader van het kind.

Een kind kan slechts één biologische moeder en één biologische vader hebben.

Heeft het kind het recht om zijn/haar ouders te kennen?: Absoluut! Een kind heeft volgens het IVRK (Verdrag inzake de Rechten van het Kind) het recht om vanaf de geboorte zijn ouders te kennen en door hen te worden verzorgd.

  1. Afstamming langs moederszijde

Er zijn drie mogelijke manieren om de afstamming langs moederszijde vast te stellen.

*Geboorteakte

De moeder is de vrouw die het kind heeft gebaard. Ingeval in de akte van geboorte de naam van de moeder wordt vermeld, staat de moederlijke afstamming automatisch vast.

In België is het niet mogelijk om anoniem te bevallen.

Het is mogelijk om een vordering in te stellen ter betwisting van de moederlijke afstamming. Deze kan ingesteld worden door de vader, de vrouw in de geboorteakte, het kind of de vrouw die het moederschap opeist. De afstamming van moederszijde is vatbaar voor betwisting indien de vrouw wiens naam in de geboorteakte staat vermeld niet de biologische moeder is.

*Erkenning

Als de afstamming langs moederszijde niet vaststaat op basis van de geboorteakte (zeer uitzonderlijk), kan ze worden vastgesteld door een erkenning van het kind door de moeder.

De erkenning langs moederszijde is mogelijk indien de vader en het (meerderjarig) kind instemmen.

*Onderzoek moederschap

Er wordt een onderzoek naar het moederschap opgestart indien het kind geen wettelijke vastgestelde afstamming langs moederszijde heeft of indien de afstamming langs moederszijde in de geboorteakte niet correct is. In dit laatste geval is er een andere vrouw de biologische moeder van het kind.

De afstamming langs moederszijde kan gerechtelijk worden vastgesteld indien de afstamming niet vaststaat op basis van de geboorteakte en als het kind niet is erkend. Dit is mogelijk bij een gebrek aan een geboorteakte, indien de naam van de moeder niet is vermeld in de geboorteakte en indien het kind onder valse namen in de geboorteakte is ingeschreven. Hieromtrent moet er een bepaalde procedure worden gevolgd. De familierechtbank is bevoegd voor alle vorderingen omtrent de afstamming. De vordering moet worden ingesteld door het kind, de vader van het kind of de vrouw die het moederschap opeist. Deze vordering moet ingesteld worden binnen de 30 jaar te rekenen van de dag waarop het bezit van staat geëindigd is, of bij gebreke aan bezit van staat, vanaf de geboorte. In dit laatste geval begint de verjaringstermijn pas te lopen vanaf de achttiende verjaardag van het kind.

  1. Afstamming langs vaderszijde 

Indien een kind geboren wordt binnen een huwelijk is er sprake van een vermoeden van vaderschap. De vader is de echtgenoot van de moeder als het kind geboren is tijdens het huwelijk of binnen 300 dagen na de ontbinding of de nietigverklaring van het huwelijk.

Het vermoeden van vaderschap is niet van toepassing als het kind geboren is meer dan 300 dagen na de verdwijning van de echtgenoot of als het kind geboren is meer dan 300 dagen na de feitelijke scheiding, op voorwaarde dat deze gerechtelijk of administratief is geregistreerd.

De vaderschapsregel is in feite van toepassing bij

  • Kinderen verwekt voor het huwelijk of geboren tijdens het huwelijk
  • Verwekt én geboren in het huwelijk
  • Verwekt tijdens maar geboren na het huwelijk
  • Verwekt voor, geboren na het huwelijk (kortstondig huwelijk)

Tijdens de zwangerschap kunnen de echtgenoten voor de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring afleggen teneinde elk van hen psychologisch gerust te stellen aangaande de vaderlijke afstamming van het kind dat verwacht wordt.

Op dit principe bestaan twee uitzonderingen, namelijk het vermoeden van afwezigheid en verdachte gevallen.

Voorbeeld vermoeden van afwezigheid: Een man is gehuwd met een dame. Zij is gedurende het huwelijk in België gebleven. De man is voor minstens 10 maanden naar Zuid-Afrika geweest. Het is praktisch onmogelijk dat zij op dat moment samen een kind hebben gemaakt.

Voorbeeld verdachte gevallen: Een vrouw zit in een echtscheidingsprocedure. Zij raakt toch zwanger op dit ogenblik, het zou heel vreemd zijn dat het kind van de man zou zijn.

Buiten het huwelijk geldt geen vermoeden van vaderschap. Als de afstamming langs vaderszijde niet automatisch tot stand kan komen op basis van een vermoeden van vaderschap, kan het kind erkend worden door de vader. In bepaalde gevallen, is de voorafgaande toestemming van de ouder ten aanzien van wie de afstamming reeds vaststaat en/of de voorafgaande toestemming van het kind vereist.

De vaderlijke erkenning kan gebeuren tijdens de zwangerschap ten voordele van een verwekt kind. Deze erkenning krijgt slechts uitwerking als het kind nadien levend en levensvatbaar wordt geboren. In dit geval is een voorafgaande toestemming van de moeder vereist. In dit geval is er sprake van een prenatale erkenning.

Indien de afstamming langs vaderszijde niet vaststaat op basis van het vermoeden van vaderschap en het kind is niet erkend, dan kan de afstamming langs vaderszijde gerechtelijk worden vastgesteld. Hieromtrent moet er een bepaalde procedure worden gevolgd. De familierechtbank is bevoegd voor alle vorderingen omtrent de afstamming. De vordering kan worden ingesteld door het kind, de moeder van het kind of de man die het vaderschap opeist. Deze vordering moet ingesteld worden binnen de 30 jaar te rekenen van de dag waarop het bezit van staat geëindigd is, of bij gebreke aan bezit van staat, vanaf de geboorte. In dit laatste geval begint de verjaringstermijn pas te lopen vanaf de achttiende verjaardag van het kind.

Stel: de man in kwestie heeft geen toestemming gegeven in het verrichten van een daad met als doel om zich voort te planten (bv. ivf, donorschap, etc.). In dit geval kan de man ervoor kiezen om het kind niet te verwekken. Deze vordering tot vaderschapsbetwisting kan uitgesloten worden indien de echtgenoot heeft ingestemd in deze behandeling, de verwekking van een kind is het beoogde doel of de verwekking van het kind kan het gevolg zijn van een handeling waarin de man heeft toegestemd.

Op dit ogenblik kampen we met het probleem van de schijnhuwelijken. Dit is wanneer iemand trouwt met iemand uit het buitenland. Zij kennen elkaar in principe niet (of amper). Men doet dit om een verblijfsvergunning te verkrijgen. Dit probleem kunnen we weerspiegelen op de erkenningen. Hierdoor is er ook sprake van de schijnerkenningen. In dit geval herkennen vreemde mannen een kind dat niet van hen is om zo een verblijfsvergunning te verkrijgen.

  1. Medisch begeleide voortplanting

Vandaag de dag bestaan er tal van manieren om een kind te verwekken. In het geval dat een biologische verwekking niet lukt zijn bestaan er een aantal “hulpmiddelen”. We spreken van medisch begeleide voortplanting wanneer de essentiële stappen van de voortplanting, namelijk het samenbrengen van de eicellen en de zaadcellen, op kunstmatige wijze gebeurt.

Enerzijds bestaat een kunstmatige inseminatie. Dit is een techniek waarbij het sperma van de partner of van een donor wordt aangebracht in de baarmoeder van de vrouw.

Anderzijds bestaat een in-vitrofertilisatie. De eicellen van een partner of van een donor worden eerst opgezogen uit de eierstokken, hieraan worden zaadcellen toegevoegd en teruggeplaatst in de baarmoeder.

Hierbij maken we een onderscheid tussen het wensouderschap en het genetisch ouderschap. De vrouw die de eicel levert is de genetische moeder. Hieromtrent bestaan er een aantal gevolgen voor de afstamming. Langs moederzijde wordt de vrouw die bevalt van het kind (na gameten te hebben ontvangen) geacht wensmoeder te zijn. Zij is de wettelijke moeder. Ingeval van een lesbisch koppel heeft de meemoeder geen afstammingsband (enkel door adoptie). Langs vaderszijde is de niet met de moeder gehuwde man die mede de overeenkomst tot medisch begeleide voortplanting heeft ondertekend, kan het kind erkennen. Er kan een gerechtelijk onderzoek worden ingesteld en het juridische vaderschap kan worden betwist.

  1. Afstammingsvorderingen

 Hieromtrent bestaan er tal van gemeenschappelijke regels. Het kind moet levens en levensvatbaar geboren zijn. Een afstammingsvordering kan niet worden ingesteld voor de geboorte. Hierop bestaat één uitzondering, namelijk de betwisting van het vaderschap van de echtgenoot door de genetische vader. Deze vorderingen hebben een voorbehouden karakter. Dit wil zeggen dat zij enkel kunnen worden ingesteld door de door de wet aangeduide titularissen. Het kind wordt vertegenwoordigd in afstammingsgeschillen door de ouder, voogd of voogd ad hoc. Er zijn tal van onderzoeksmaatregelen (DNA, bloedonderzoek, etc.) die de rechter kan opleggen. Deze afstammingsvorderingen worden behandelt in de raadkamer.

  1. Onderhoudsvordering tegen de verwekker

Dit kan uitsluitend worden ingesteld tegen de man die vader is van het kind. Het doel hiervan is om de man aan te zetten tot het betalen van een onderhoudsuitkering voor het kind (alimentatie).

Een onderhoudsvordering is niet mogelijk tegen een spermadonor. Het is enkel en alleen mogelijk indien men het bewijs kan leveren van vruchtbare geslachtsbetrekkingen met de moeder tijdens de periode van de bevruchting. Het is ook mogelijk dat men een onrechtstreeks bewijs levert wegens het aantonen van een genetische band.

Een reeds voorafgaande ingediende vordering kan na de dood nog worden verdergezet tegen de erfgenamen.

Een onderhoudsvordering kan ten allen tijden worden ingesteld. De uitkering kan tot maximum 5 jaar worden teruggevorderd.